arrowhead-leftarrow-ios-forwardarrow-forwardcalendarbookmarkpricetagsclockcloseFacebook-colorpersonFacebook-colorprintergridhomeinfoFacebook-colormenulockemailsmartphonephonephonepinpinflip-2searchflip-2Facebook-colorcloud-uploadpersonpersonFacebook-colorglobe-2
Overslaan en naar de inhoud gaan

Waarom in steden meer groen noodzakelijk is

10 min. leestijd
Waarom in steden meer groen noodzakelijk is

Tegen 2050 woont 68% van de wereldbevolking in steden. Dat zijn 2,5 miljard ofwel 2.500.000.000 meer mensen dan nu. In Europa woont anno 2020 al drie van de vier inwoners in een stad. En de stedelijke omgeving wordt steeds ongezonder. Onderzoekers berekenden dat ieder jaar negen miljoen mensen sterven als direct gevolg van luchtvervuiling. Prof. Dr. Cecil Konijnendijk is hoogleraar Stedelijke Bosbouw aan de Universiteit van Brits Colombia (UBC) in Canada. Bij uitstek iemand om te raadplegen over de vraag ‘hoe kunnen we onze steden tot een gezondere leefomgeving omvormen’?

Konijnendijk: ‘Een groot aantal onderzoeken laat zien dat we natuur moeten herwaarderen. Het is belangrijk om in te zien dat het belangrijk is om natuurlijk groen te integreren in onze woonomgeving. We hebben natuur in onze directe omgeving nodig. Bomen in onze straten, planten in tuinen en bloemen op ons balkon. We moeten de natuur gaan zien als een goede, welkome buurman. Wij – de mensen – zijn verantwoordelijk voor meer natuur in onze steden. De voordelen voor onze gezondheid en voor ons welbevinden zijn enorm’.

 

Hitte-eilanden

Groene ruimtes in steden verminderen de effecten van vervuiling en het stedelijke hitte-eilandeffect. Het gaat daarbij om warmte die in de bebouwde gebieden is opgesloten. Menselijke activiteit is de oorzaak ervan. De warmte is de optelsom van vervoer, verwarming, transport, winkels en industrie. Ze blijft hangen in smalle wegen en wordt vastgehouden in betonnen gebouwen. Daardoor is de temperatuur in stedelijke gebieden ca. 3-4° C hoger dan op het platteland. Daarmee zit je in een vicieuze cirkel.

Hogere temperaturen in de zomer leiden tot een verhoogde, massale vraag naar airconditioning. Op zijn beurt vergroot dat ons energieverbruik wat op zijn beurt weer het verbruik van fossiele brandstoffen verhoogt. Gevolg? Meer luchtvervuiling en schadelijke smog in de straten.

De warmte in steden heeft ook gevolgen voor de watercyclus. In de zomer zijn de trottoirs aan de oppervlakte vele tientallen graden warmer dan de omringende lucht. Die warmte wordt overgedragen aan het regenwater dat wordt afgevoerd via het riool. Het rioolwater leidt tot hogere temperaturen in beken, rivieren en meren. En dat kan hele ecosystemen verstoren omdat veranderingen in de watertemperatuur stressvol – zelfs fataal – kunnen zijn voor het onderwaterleven.

Groene daken

Verbeteringen beginnen bij het plannen en het feitelijk realiseren van meer groen in onze steden. Groene daken bijvoorbeeld – eenvoudig aan te leggen en vrijwel onderhoudsvrij – het hitte-eiland effect in onze steden vermindert. Het laagje aarde en de planten verlagen de oppervlakte temperatuur en isoleren het dak. Daarmee wordt de hoeveelheid energie nodig om gebouwen te verwarmen en te koelen teruggebracht. Groene daken helpen ook het regenwater te reguleren, het vast te houden en er vervuilende stoffen uit te filteren.

Miniatuurbossen

Naast groene daken kunnen meer – en meer verschillende – bomen in de steden en dorpen grote waarde hebben. ‘Laten we meer miniatuurbossen aanleggen’, stelt Cecil Konijnendijk voor. ‘In steden als Singapore wordt huizenbouw geflankeerd door het planten van bomen. De aanleg van miniatuurbossen in onze steden, heeft positieve effecten. Ze bieden een leefomgeving voor een verscheidenheid aan insecten- en vogelsoorten die op hun beurt de bomen gezond houden. Als we ecosystemen laten gedijen, vergt dat bovendien minder onderhoud’.

Konijnendijk is een groot voorstander van het intensiveren van de aanleg van plukjes natuur in onze steden. ‘Als we meer ruimte geven aan natuurlijke processen en onze parken, miniatuurbossen en plantsoenen met elkaar verbinden, kunnen we boeiende en nuttige ecosystemen creëren in een door mensen gebouwde leefomgeving. Een voorbeeld: in Singapore zagen we een ottersoort die al heel lang niet meer in de stedelijke omgeving leefde. Maar nu, door de aanleg van groen langs het water keren ze langzamerhand terug in onze steden. Ze zijn een goede graadmeter voor de kwaliteit van het zoetwatermilieu’.

Geen angst voor rommelig groen

‘Mensen willen controle over hun leefomgeving, alles moet netjes, schoon en aangeharkt. Maar we moeten niet proberen alles te beheersen. Laten we oefenen in het loslaten van dingen. Sommige natuurlijke ruimtes doen rommelig aan, maar dat is juist een goede zaak! Rommelig groen is niet alleen aantrekkelijk voor in het wild levende dieren, maar het zijn ook avontuurlijke speelplekken voor onze kinderen. Ik denk dat er een relatie ligt tussen de toename van depressies en ADHD bij kinderen omdat ze te weinig bezig zijn in de natuur. Geef ze de ruimte!’.

Groen en werk

‘Even een wandeling maken – al is het maar tien minuten – in een groene omgeving vermindert stress, verbetert de concentratie en dus de productiviteit. Het zou onze tweede natuur moeten zijn om de natuur in te gaan als het maar even kan…

Groen democratiseren

Er is een verband tussen de levensverwachting, verschillen in inkomen en de aanwezigheid van groen in de woonomgeving. In 2008 vond een onderzoek plaats door Dr. Richard Mitchell en Frank Popham dat werd gepubliceerd in The Lancet. De studie onder 40 miljoen Britten toonde aan dat op het platteland de levensverwachting van mensen met een hoog of een laag inkomen, ongeveer gelijk is. Ze worden ongeveer even oud. Maar in de stedelijke omgeving werden enorme verschillen gemeten. Mensen met een laag inkomen die in een stad wonen, leven gemiddeld tien jaar korter dan stedelingen met een hoog inkomen. Dit kan voor een belangrijk deel worden verklaard uit de kwaliteit van de woonomgeving. Wonen in groene – open en lommerrijke – kunnen alleen rijkere inwoners zich veroorloven. De lagere inkomensgroepen wonen doorgaans in overvolle, versteende delen van de stad. Het onderzoek van Mitchell en Popham toonde aan hoe belangrijk voor de levensverwachting toegang tot groen is. Dus snel meer groen aanleggen dan maar?

‘Zo eenvoudig is het niet…’

Dr. Matilda van den Bosch - de Zweedse echtgenote van Cecil Konijnendijk - is arts en doceert ook aan de Universiteit van Brits Columbia. Ze is gepromoveerd op de relatie tussen landschapsplanning en volksgezondheid. ‘Alleen maar meer groen in arme wijken is niet de oplossing. Het klopt dat groene wijken duurder zijn. Maar als je in andere delen van de stad meer groen aanlegt, neemt daar de aantrekkelijkheid toe en gaan de prijzen er omhoog. En dat leidt vaak tot het vertrek van mensen die er nu wonen. Je zou het een soort groene gentrificatie kunnen noemen…’.

‘Het begint met de erkenning dat groene ruimtes voor iedereen van vitaal belang zijn. En met de overtuiging dat iedereen daar toegang toe moet hebben. Parken bijvoorbeeld, dat moeten gemakkelijk toegankelijke, democratische plekken zijn. Je moet er ‘uit kunnen gaan’ zonder dat je de druk voelt om geld uit te geven. Het moet een plaats zijn waar je mensen uit alle geledingen van de samenleving kunt ontmoeten’.
‘Natuurlijk zal het moeilijk zijn om de natuur naar het hart van onze steden te brengen. Zeker als er sprake is van uitgestrekte steenwoestijnen, van ‘urban jungles’. Maar ook al kosten veranderingen tijd, je kunt nu toch ook al heel wat doen. Om te beginnen kunnen we het groen dat er is, beschermen. De parken, plantsoenen beschermen en het bewustzijn van de waarde van groen bij burgers aanwakkeren. Het moeten plekken worden die door jong en oud worden gekoesterd’.

Burgerinitiatieven

Dr. Van den Bosch hecht sterk aan burgerinitiatieven en -participatie. ‘Gebruik je stem! Beïnvloed de lokale politiek en de gemeente in uw woonplaats. Praat of schrijf met degenen die gaan over de openbare groene ruimtes in uw omgeving. Dat kunnen gemeenteraadsleden en wethouders zijn, maar ook ambtenaren. Maak uw plannen openbaar in wijkbladen of tijdens inspraaksessies. Geef aan welke veranderingen u wilt zien. Doe dat vanuit de overtuiging dat het positieve veranderingen zullen zijn. Voor mensen en voor onze wereld. En sluit niemand uit! Mensen die deze visie nog niet delen, zijn er volop. Verketter ze niet. Bedenk dat je échte veranderingen alleen bereikt door samen te werken!’.

Bron: thegreencity.eu

Gerelateerde artikels