Kenmerken
| Plantensoort: | Roos |
| Gebruik: | Bodembedekking |
| Habitat: |
bij voorkeur rijk bemeste leemgrond of lichte klei
|
| Min. hoogte: | 50 cm |
| Max. hoogte: | 60 cm |
Bijzondere kenmerken
| Bloeiperiode: | Juni - Oktober |
| Bloemkleur: | Rozewit |
| Bloemen: |
enkele, schaalvormige bloemen van 4 cm diameter. In grote trossen bloeiend met een wit-rozige kleur, waarbij de meeldraden prachtig afsteken. Zeer geurend en doorbloeiend de hele zomer.
|
| Vruchten: |
bottels
|
| Herfstverkleuring: | Groen |
| Bladeren: |
zee van roodachtige groene bladeren
|
| Wintergroen: | Bladverliezend |
Standplaats en vereisten
| Lichtregime: | Zon |
| Grond-vochtigheid: | Droog, Nat, Normaal |
| Grond-zuurtegraad: | Kalkrijk, Neutraal |
| Winterhard: | Ja |
| Plantdichtheid: |
3 per vierkante meter
|
| Onderhoud: |
in het voorjaar tot één derde terugsnoeien
|
| Bijzonderheden: |
de plant ontwikkelt zich laag met overhangende takken die na een tijd plat liggen door het gewicht van de bloemen en bottels. Breedte 100-125cm. Roodbruine stekels.
|