Overslaan en naar de inhoud gaan

Diksmuide en Gent zijn bijenvriendelijkste gemeenten van Vlaanderen

5 min. leestijd
Diksmuide en Gent zijn bijenvriendelijkste gemeenten van Vlaanderen

De steden Gent en Diksmuide mogen een jaar lang de titel van ‘bijenvriendelijkste gemeente’ dragen. Met deze wedstrijd voert het Departement Omgeving samen met de VVOG promotie voor meer bijenvriendelijke gemeenten en de jaarlijkse actie ‘De Week van de Bij’.

Aan 73 gemeenten werden 1, 2 of 3 bijensymbolen uitgereikt naargelang ze bijenvriendelijke acties ondernamen met planten, beheer, bijeninstallaties, sensibilisatie of met een bijenwerkgroep. Niet minder dan 39 gemeentes ontvingen 1 bijensymbool, 19 gemeentes kregen 2 bijensymbolen en 15 gemeentes behaalden 3 bijensymbolen. Uit deze laatste reeks gemeentes werden Diksmuide en Gent uitgeroepen tot de 2 Bijenvriendelijkste gemeentes van Vlaanderen in 2021, resp. in de categorie middelgrote en grote gemeentes.

Diksmuide

Diksmuide beschikt over een ‘bijenactieplan’. Dit plan is gebaseerd op 3 actoren: Stad Diksmuide, burgers en bedrijven. Iedereen kan inspanningen doen.

Stad Diksmuide

Openbaar groen wordt beheerd volgens de principes van Harmonisch Park- en Groenbeheer: duurzaam, dynamisch, divers, mens-, natuur- en milieugericht. Bij de wegbermen wordt een aangepast maairegime toegepast. Er wordt ook heel veel aandacht gegeven aan de juiste plantkeuze. Zorgen voor verhoging van het aantal en de diversiteit aandrachtplanten waarbij rekening wordt gehouden met de bloeiperiode.

Burgers

Steeds meer mensen worden zich bewust van het feit dat bijen een grote en zeer belangrijke factor spelen in het bestaan en behoud van de mensheid. Gelukkig zijn er heel wat manieren om de bijen zelf een handje te helpen. Dat kan bijvoorbeeld door private tuinen bijvriendelijk in te richten of door mensen aan te zetten om zich te engageren voor het behoud van deze insecten. Men koos voor acties als het verhogen van het aantal drachtplanten op privé-eigendom, acties rond bloembollen en bloemenmengsels, subsidie voor het onderhoud van knotbomen, hagen en houtkanten, burgers worden aangemoedigd om thuis een insectenhotel te plaatsen...

Maar vooral actiepunt 14 valt op en is vernieuwend: Aandacht voor bijvriendelijke inrichting bij verkavelingen en bouwaanvragen en het aanmoedigen voor het gebruik bijvriendelijke planten bij het opleggen van een groenscherm. Er wordt een infofiche of lijst met bijvriendelijke planten meegegeven aan aanvragers van bouw- en verkavelingsvergunningen.

Bedrijven

Men gaat duidelijk in dialoog met de landbouwers, op zoek naar bijvriendelijke landbouwtechnieken: zoals inzaaien van bloeiende bodembedekkers als nateelt, inzaaien perceelsranden, aanmoedigen van afsluiten beheerovereenkomsten met VLM, ...

Gent

De Stad Gent voert al jaren een bijen- en insectenvriendelijk beleid. Ze voorziet verblijfplaatsen, maar zet ook in op aangepast beheer van het openbaar groen en de juiste keuze van planten. Communicatie speelt een cruciale rol hierbij om inwoners te informeren en te sensibiliseren.

Een bijenvriendelijk biotoop is in grote mate afhankelijk van de beschikbaarheid van nectar van wilde bloemen doorheen het jaar. In de eerste plaats laat de Stad de aanwezige flora ontwikkelen door aangepast te beheren. Als er toch ingezaaid wordt om een bloemenrijk grasland te verkrijgen, valt de keuze op specifiek geselecteerde inheemse zaadmengsels in functie van het beoogde resultaat en de gewenste beheervorm.

De Groendienst kiest zoveel mogelijk voor vaste planten die lang bloeien, of voor een combinatie van soorten met afwisselende bloeiperiode. Zo is er voldoende nectar voorradig. Waar er voldoende ruimte is, kiest de Groendienst voor bloeiende en besdragende heggen of heesters. Meidoorn, sleedoorn, gewone vogelkers en lijsterbes komen tot bloei door het vermijden van scheerwerk. Dat is ideaal voor wilde bijen. Ook fruitbomen en bessenstruiken krijgen, waar het kan, een plaats op het openbaar domein.

Bijzonder in het verhaal van Gent, is het doorgedreven beheer van graslanden. Een groot en continu aanbod van nectar, gecombineerd met overwinteringsplekken (ruigtezones) maakt van bloemrijke graslanden ‘zoemrijke graslanden’. De bloemenrijkdom verhogen zonder in één maaibeurt alles af te maaien is hierbij het belangrijkste uitgangspunt. Dat kan op verschillende manieren. De Gentse Groendienst past onder andere sinusbeheer toe. De maaimachine maakt slingerende bewegingen zodat er variabele overgangen tussen halfintensief grasland en ruigte ontstaan. Er is zo gedurende het hele seizoen aanbod van nectar omdat bij iedere maaibeurt een deel niet gemaaid blijft. Dit bevordert de biodiversiteit en draagt bij aan de klimaatbestendigheid van het grasland.

In de Gentse parken en begraafplaatsen wordt het gras niet zomaar overal kort gemaaid. Op grasperken tussen de graven en in picknickweides mogen bloemen in bloei komen, daar maaien we om de 6 weken. Extensieve zones krijgen 1 à 2 keer per jaar een maaibeurt, zodat zeldzame soorten de kans krijgen zich er te vestigen. Die bloemen en zeldzame soorten trekken bijen aan. Voor extensief beheerde bloemstroken is teelaarde echter ongeschikt. We gebruiken teelaarde voor gazons en plantvakken, en schrale grond voor extensieve zones en bij het inzaaien van bloemenmengsels. Zo ontstaan er hotspots voor wilde bijen.

De Groendienst stuurt medewerkers het groen in met kennis van zaken. Ze krijgen vorming en kunnen een beroep doen op beheerfiches, bijvoorbeeld over gras- landbeheer.

De Stad communiceert uitvoerig over haar natuurvriendelijk en aangepast (maai)beheer via het stadsmagazine, de website, sociale media, informatieborden ter plaatse en brieven naar de inwoners. Via deze kanalen stimuleert ze Gentenaars ook om zelf aan de slag te gaan. Het educatief aanbod van de Stad richt zich op kinderen en jongeren. Via workshops maken ze kennis met het openbaar groen en leren ze het belang van een biodiverse en bijenvriendelijke omgeving.

VVOG

 

 

Gerelateerde artikels