Kenmerken
| Plantensoort: | Vaste plant |
| Gebruik: | Groep, Kleine groep, Onderbeplanting, Vakbeplanting |
| Habitat: |
bos(rand), frisse, vochtige bodem
|
| Min. hoogte: | 100 cm |
| Max. hoogte: | 100 cm |
Bijzondere kenmerken
| Bloeiperiode: | Mei - Juni |
| Bloemkleur: | Wit |
| Bloemen: |
gebogen stengels met talrijke, buisvormige bloemen die onder de bladeren hangen
|
| Herfstverkleuring: | Lichtgroen |
| Bladeren: |
staan in rijden op lange, gebogen stengels
|
| Wintergroen: | Bladverliezend |
Standplaats en vereisten
| Lichtregime: | Halfvolle zon, Schaduw |
| Grond-vochtigheid: | Nat, Normaal |
| Grond-zuurtegraad: | Neutraal |
| Winterhard: | Ja |
| Plantdichtheid: |
7-12 per vierkante meter
|
| Bijzonderheden: |
sierlijke, inheemse schaduwplant. Zowel de bladeren als de bloemen worden als snijbloem gebruikt.
|
| Cultivars: |
P. multiflorum of de veelbloemige salomonszegel wordt zo'n 60 cm hoog, met roomwitte bloemen met groene punten, aan 1 m lange, gebogen stengels. Opvallende geelbruine herfstkleur en blauwe zaadbolletjes.
P. odoratum blijft lager, en bloeit met witte, geurende buisvormige bloemen. Na de bloei vormen zich ronde, zwarte vruchten.
|