arrowhead-leftarrow-ios-forwardarrow-forwardcalendarbookmarkpricetagsclockcloseFacebook-colorpersonFacebook-colorprintergridhomeinfoFacebook-colormenulockemailsmartphonephonephonepinpinflip-2searchflip-2Facebook-colorcloud-uploadpersonpersonFacebook-colorglobe-2
Overslaan en naar de inhoud gaan

Boombescherming moet zo vroeg mogelijk in de planprocessen komen

7 min. leestijd
Werfhekken ter bescherming van erfgoedbomen in Aalst. © Lotte Vandoorne

De Europese Standaard Boombescherming van European Aboricultural Council is vanaf juni 2025 beschikbaar in het Nederlands. Het document is bedoeld om overheden, ontwerpers en aannemers een duidelijk en bruikbaar houvast te geven zodat zij bestaande bomen in een projectzone beter kunnen beschermen. We vroegen Wim Peeters, co-vertaler van het document, Lotte Vandoorne (gemeente Bonheiden), Bavo Plaetsier (Stad Gent) en Jan Verheyden (Stad Gent) om duiding bij de noodzaak van een dergelijke richtlijn.

Wim Peeters is docent aan de hogescholen VIVES en Odisee en coördinator van het postgraduaat Tree Manager bij VIVES. Hij is vrijwilliger bij Bomen Beter Beheren en stond mee in voor de Nederlandse vertaling van de Europese Standaard Boombescherming.

Lotte Vandoorne is groenambtenaar bij de gemeente Bonheiden. Bomen komen zowel in het beleidsmatige als in het uitvoerende luik van haar takenpakket aan bod. Zij waakt erover dat ook in het vergunningenbeleid rekening wordt gehouden met boombescherming.

Jan Verheyden is expert bomenbeleid bij Stad Gent. Hij adviseert collega’s bij de groendienst en andere stadsdiensten en is aanspreekpunt voor wie op het terrein bezig is met bomenbeheer.

Bavo Plaetsier is controleur inname groenzones en adviezen bij Stad Gent. Hij onderwerpt plannen voor het openbaar domein aan een screening in functie van bomen, adviseert en controleert aannemers op het terrein. Hij volgt de boombescherming bij evenementen in de Gentse parken en groenzones op.

 

Heel recent werd de Nederlandse vertaling van de Europese richtlijn boombescherming voorgesteld. Hoe zorgen jullie vandaag voor de bescherming van bomen?

Lotte Vandoorne: ‘In Bonheiden wordt veel aandacht geschonken aan de bestaande bomen. In afgeleverde omgevingsvergunningen worden standaard voorwaarden opgenomen ter bescherming van de aanwezige bomen. Er is ook een gemeentelijk reglement van toepassing waardoor bomen niet zomaar zonder vergunning geveld kunnen worden. Vervolgens staan bomen hoog in de lijst van handhaving na het afleveren van een omgevingsvergunning. Eigenlijk is het jammer dat we de bescherming op deze manier moeten afdwingen. Het werkt, maar in een negatief geladen context. De nieuwe richtlijn wordt belangrijk om het belang van boombescherming te kaderen en mee te geven in adviezen.’

Bavo Plaetsier: ‘In Gent wordt boombescherming eveneens opgenomen in de voorwaarden voor een omgevingsvergunning én moet de boomwaardebepaling van de groendienst bij elke boom op de werf worden opgehangen. Boomaffiches maken duidelijk dat de bomen veel waard zijn. In de vergunning staat ook een afbeelding van de VVOG met de opbouw van een boombeschermingszone en die moet op het terrein effectief worden toegepast. Omdat kraanmannen op korte tijd significante schade kunnen aanrichten, moeten zij vooraf kennis nemen van deze informatie. Wanneer de voorwaarden niet nageleefd zijn, kan proces verbaal worden opgemaakt om de inbreuken vast te stellen. In geval van schade zal de aannemer die volgens de waardebepaling moeten vergoeden. Omdat veel aannemers in de stad met een raamcontract werken, zijn zij intussen met deze manier van werken vertrouwd.’

Lotte Vandoorne: ‘In een kleine gemeente is dat minder evident. Wij moeten telkens opnieuw een openbare aanbesteding uitschrijven en werken dus regelmatig met andere aannemers. Voor grotere projecten is de gemeente vaak ook afhankelijk van geplande werken door ontwikkelaars, rioleringsbedrijven of energieleveranciers. Dat vraagt telkens opnieuw bewustmaking.’

Wat zijn volgens jullie de belangrijkste knelpunten op vlak van boombescherming?

Lotte Vandoorne: ‘Het belang van boombescherming zo vroeg mogelijk op de agenda krijgen, is niet altijd eenvoudig. De afweging tussen de aanwezigheid van de bomen en de noden van andere betrokkenen is soms een knelpunt. Denk bijvoorbeeld aan rioleringen of verkeersveiligheid. Een ander probleem zijn ontwerpen of studies die geen rekening houden met de aanwezigheid van bomen en bijhorende ecosystemen. Men realiseert zich vaak pas laat in het studietraject dat er bomen staan, waardoor de noodzakelijke boombeschermingsmaatregelen niet worden voorzien. We moeten in zulke processen vanaf het begin rekening houden met de bestaande bomen, zodat ze optimaal beschermd kunnen worden, maar tegelijk ook rekening houden met de noden van alle stakeholders. Vooraleer je aan de slag gaat met een idee, moet je de situatie op het terrein, het ecosysteem en de erfgoedwaarde van de aanwezige bomen kennen. Nu komt boombescherming vaak pas aan bod nadat alle andere beslissingen al genomen zijn.’

Jan Verheyden: ‘In grote steden is dat niet anders. Er is vaak een grote kloof tussen wat in de vergunning staat en wat er op het terrein wordt uitgevoerd. Boombescherming vraagt een goede opvolging.’

Bavo Plaetsier: ‘Er is ook een schrijnend gebrek aan kennis over het belang van de wortelzone. Op werven en tijdens evenementen is die erg kwetsbaar. Schade die op zo’n moment wordt veroorzaakt, kan vaak pas veel later worden vastgesteld of bewezen en dan is het voor de boom te laat. Voortdurende sensibilisatie is dus nodig.’

De te beschermen wortelzone is breder dan de kroonprojectie. (AI beeld)
De te beschermen wortelzone is breder dan de kroonprojectie. (AI beeld)

Een gestandaardiseerde richtlijn voor boombescherming komt dus niets te vroeg. Hoe is die tot stand gekomen?

Wim Peeters: ‘Het initiatief kwam van boomexperten uit Tsjechië en de European Arboricultural Council (EAC) was betrokken partij. Dat is een koepelorganisatie van nationale boomverenigingen uit België, Italië, Kroatië, Letland, Nederland, Polen, Spanje en Tsjechië die met Europese subsidies richtlijnen voor boombeheer opstelt. Dat betekent overigens niet dat de richtlijnen enkel beschikbaar zijn voor de landen die eraan meegewerkt hebben, iedereen heeft toegang tot de informatie van de EAC (zie link onder het artikel, red). Voor de richtlijn boombescherming was Tsjechië de trekker en Tom Joye van Inverde vertegenwoordigde ons land in de besprekingen. De richtlijn wordt vervolgens in verschillende talen vertaald. Ikzelf, Henk van Scherpenzeel en Bert Janssens zorgden voor de Nederlandse vertaling die sinds kort beschikbaar is.’

Zijn alle hoofdstukken van toepassing op de Vlaamse context en is er een basiskennis vereist?

Wim Peeters: ‘Het gaat om algemene richtlijnen die universeel toepasbaar zijn, gaande van één boom in een privétuin tot een volledige wijk of park. Het is geen handleiding voor de bescherming van een specifieke boom, wel een plan van aanpak dat alle stappen doorloopt voor de opstelling van een boombeschermingsplan, van de conceptfase tot het voorontwerp en concrete beschermingsmaatregelen op de werf. Ook de verschillende actoren, hun functies en verantwoordelijkheden komen aan bod. De richtlijn is dus bruikbaar voor mensen uit de groensector maar in kleine gemeenten zonder eigen groendienst kan bijvoorbeeld ook de milieuambtenaar ermee aan de slag.’

Lotte Vandoorne: ‘Daarnaast is de richtlijn bruikbaar voor het beleid, intercommunales, nutsmaatschappijen enzovoort. Voor iedereen die boombescherming wil integreren in de eigen procesflows.’

Hoe kan men het beste verwijzen naar de richtlijnen zodat eventuele updates automatisch meegenomen worden?

Wim Peeters: ‘Wat in het Standaardbestek 250 staat, staat ook in de richtlijn en vice versa. Er moet een kruisbestuiving zijn.’

Jan Verheyden: ‘Toch zullen beleidskaders op lokaal niveau nodig zijn om het vergunningenproces eenvoudiger te maken. Door boombescherming te integreren in de omgevingsvergunning hebben projectontwikkelaars en andere opdrachtgevers vooraf meer duidelijkheid over wat kan en wat niet kan.’

Lotte Vandoorne: ‘Architecten die vooraf kennis van een boombeschermingsplan hebben, zijn flexibeler en kunnen in hun ontwerp meer rekening houden met de bestaande bomen. Er zijn twee opties: je kan de procesflow uitschrijven en boombescherming in elke stap opnemen of je kan een verordening opstellen en het boombeschermingsplan daarin opnemen. Een boombeschermingsplan kan ook inhaken op veel wet- en regelgeving waarmee lokale besturen sowieso al rekening moeten houden, zoals de Natuurherstelwet en het Lokaal Energie- en Klimaatpact. Binnen de gemeentelijke organisatie helpt zo’n richtlijn de discussie te objectiveren. Vaak wordt nu nog over bomen gediscussieerd op basis van gevoelsmatige argumenten.’

Jan Verheyden: ‘Binnen al die contexten moet de ambtenaar het beleid adviseren. De richtlijn boombescherming is dan zinvol om het advies te onderbouwen en vormt een goede basis voor stedenbouwkundige voorschriften. Ontwikkelaars stellen vaak uiteenlopende eisen en de richtlijn kan helpen om eenvormigheid te creëren en het draagvlak voor boombescherming te vergroten.

Wim Peeters: ‘De richtlijn kwam tot stand door een consultatie over heel Europa. Alle deelnemende landen hebben hieraan bijgedragen en de richtlijn kwam in consensus tot stand. Dat is niet niets. Iedereen beseft het belang en de noodzaak van boombescherming. Voor een gemeentebestuur is dit dus niet het zoveelste waarmee ze rekening moeten houden maar iets dat ze op een strategische manier kunnen inzetten om hun bomenbeleid te versterken.’

Bavo Plaetsier: ‘Bij projecten in de openbare ruimte, maar ook bij evenementen, hebben meerdere stadsdiensten hun zeg. Een lokaal bestuur moet evenementen mogelijk kunnen maken, ook in een park. De richtlijn kan dienen om tegenstrijdige belangen te vermijden tussen bijvoorbeeld de groendienst en de dienst feestelijkheden. Bij de heraanleg van een park kan zo worden vastgelegd welk gedeelte kan worden aangeduid als evenementenzone. Het biedt ook de mogelijkheid om bepaalde types evenementen toe te laten in een park zonder schade aan de wortelzone van bomen terwijl andere evenementen met objectieve criteria kunnen worden geweerd. De richtlijn kan dan als argumentatie dienen bij onderhandelingen met organisatoren. Door een perimeter rond bomen af te bakenen, bescherm je niet enkel de boom maar bescherm je ook het publiek tegen vallende takken bij onverwacht stormweer. Naar dat soort argumenten hebben eventorganisatoren vaak wel oren. Nu is er vaak nog teveel normvervaging wanneer het aankomt op boombescherming.’

Bij het nieuwe ontwerp voor de publieke ruimte werd rekening gehouden met het behoud van oude bomen. © Wim Peeters
Bescherming van de volledige standplaats van de boom tijdens evenementen. © Groendienst Stad Gent

Welke aspecten uit de richtlijn boombescherming zijn voor jullie nieuw?

Jan Verheyden: ‘Gent gebruikt momenteel de norm van de Nederlandse Bomenstichting. Die is gelijkaardig maar in de Europese richtlijn is het belang van nazorg nieuw voor ons. Een goede opvolging laat toe om lessen te trekken en een probleem in de toekomst te vermijden, zoals wortelschade door een aannemer. De vraag blijft wel wie die nazorg moet coördineren.’

Wim Peeters: ‘Die nazorg onderstreept het belang van documenteren: het hele verloop van boombescherming op papier zetten en evalueren. Zo kan je een beheerplan opstellen in functie van nazorg. Dat helpt om het een volgende keer nog beter te doen.’

Lotte Vandoorne: ‘Alles wat van tevoren wordt meegenomen in een proces, kan achteraf winst betekenen en bijdragen aan een positief verhaal. Op openbaar domein kan een ambtenaar de verantwoordelijkheid voor de nazorg op zich nemen. Bij particulieren en private ontwikkelingen is dat een andere zaak. Wie volgt de boombescherming op nadat de vergunning is afgeleverd?’

Wim Peeters: ‘Projectontwikkelaars kennen perfect de waarde van bomen op het moment van verkoop. Maar wanneer ze er aandacht aan moeten besteden op de werf, worden ze een last.’

Jan Verheyden: ‘De verplichte bescherming van bomen vraagt extra aandacht van de aannemers bij de werforganisatie.’

Wim Peeters: ‘De winst door een ‘vlottere’ werforganisatie waarbij geen rekening moet worden gehouden met bomen, is voor de  bouwaannemer. De kosten achteraf zijn voor de maatschappij.’

Lotte Vandoorne: ‘Bouw- en wegenisaannemers zijn zich vaak niet bewust van de waarde van bomen. Die moet in de projectdefinitie staan, met daaraan gekoppeld het belang van beschermingsmaatregelen.’

 Jan Verheyden: ‘Daarom is de waardebepaling van bomen belangrijk. Zo kan je achteraf de eventuele schadebepaling berekenen.’

Lotte Vandoorne: ‘Het gaat niet enkel om de waarde van de boom zelf maar ook om de habitat, de ondergrond, het ecosysteem die mogelijk schade oplopen. Die discussie mag niet gevoelsmatig gevoerd worden, je moet die waarde effectief kunnen verrekenen.’

Wim Peeters: ‘De boombeschermingszone is inderdaad groter dan de kluit. Een goede groeiplaats geeft ruimte aan de wortels om uit te groeien. Het gaat dus om de bescherming van de groeiplaats, om wat de boom nodig heeft om te overleven.’

Bavo Plaetsier: ‘Vaak wordt er tijdens graafwerken aan de wortels getrokken in plaats van ze af te zagen. Barsten in de stabiliteitswortels zijn vaak niet extern zichtbaar maar wel onherstelbaar. Een andere veelvoorkomende fout is het ophogen van grond rond bomen. En bij de oplevering van een project wordt de boombeschermingszone vaak te vroeg weggehaald. Op zulke zaken maken we de aannemer attent, die bewustwording vraagt alertheid van beide kanten.’

Wim Peeters: ‘Helaas zijn ook sommige mensen uit de groensector zélf zich niet altijd bewust van hun gebrek aan boomkennis. Zo wordt de impact van grondbewerking vaak onderschat. Grondbewerking onder bomen is echt problematisch maar dat is in de groensector niet overal even goed gekend.’

 Lotte Vandoorne: ‘Mensen denken vaak: als er vaste planten kunnen groeien, kunnen er ook bomen groeien. Maar een boom is geen vaste plant, die heeft andere noden.’

De Coupure was een complex dossier met geklasseerde bomen, een tramlijn en ondergrondse leidingen waar een intense samenwerking tussen verschillende deskundigen noodzakelijk was om alles in goede banen te leiden. © Wim Peeters
De Coupure was een complex dossier met geklasseerde bomen, een tramlijn en ondergrondse leidingen waar een intense samenwerking tussen verschillende deskundigen noodzakelijk was om alles in goede banen te leiden. © Wim Peeters

Hoe breng je dit bij wegenisaannemers aan het verstand?

Bavo Plaetsier: ‘Een boom wordt als stedenbouwkundig element beschouwd waarvoor een kapmachtiging moet worden aangevraagd. Op meerdere plaatsen in Gent, zoals langs de Coupure, is elke boom zelfs een stedenbouwkundig erfgoedobject. Juridische bescherming is voor de meeste aannemers veel bevattelijker omdat hen dan een schadeclaim boven het hoofd hangt. Daarom is het interessant om de richtlijn boombescherming te koppelen aan de vergunningverlening zodat er op het moment van oplevering controle mogelijk is.’

Waar kunnen belangenconflicten ontstaan tussen boombescherming en andere belangen (bv. fietspaden, nutsleidingen, waterberging, veiligheidszones voor interventievoertuigen, …) en biedt de richtlijn hiervoor voldoende antwoorden?

Jan Verheyden: ‘Concurrentie in de ruimte speelt altijd. Dat kan tussen gebruikers zijn maar ook tussen de belangen van stadsdiensten. De richtlijn maakt duidelijk waarop je moet inzetten en vergemakkelijkt het overleg maar zorgt er ook voor dat er consequenties zijn in geval van niet-naleving.’

Lotte Vandoorne: ‘De richtlijn boombescherming zal zeker helpen om de argumentatie in het belang van bomen te objectiveren. Het is echter ook belangrijk om niet enkel naar de grenzen van het projectgebied of ontwerp te kijken maar ook naar de waardevolle bomen op aangrenzende percelen. Activiteiten in de werfzone kunnen gevolgen hebben die verder reiken en ook de bomen in de omgeving moeten bescherming krijgen.’

Bavo Plaetsier: ‘Door de richtlijn kan je ook beter afwegen waar je wel of geen bomen kan planten. De herinrichting van smalle straten is zo’n geval. Tegenwoordig is er veel vraag naar ontharding en het aanplanten van bomen. Soms is er echter onvoldoende wortelruimte door de aanwezigheid van leidingen. Na de heraanleg van een straat is er een sperperiode waarbinnen de verharding niet opnieuw mag worden opengelegd. Wanneer die voorbij is, gebeurt het dat nutsmaatschappijen alsnog in de problemen komen met nieuw aangeplante bomen. Op zulke plekken is het beter om geen bomen te planten. Om later geen problemen te veroorzaken, moeten nieuwe bomen door de ontwerper doordacht worden ingetekend.’

Hoe afdwingbaar is de richtlijn boombescherming eigenlijk?

Wim Peeters: ‘Boombescherming moet in het lastenboek zitten, anders is het niet afdwingbaar. Dat kan enkel wanneer je vanaf begin betrokken bent en niet wanneer boombescherming pas in het vizier komt op het moment dat de werf wordt opgestart.’

 Lotte Vandoorne: ‘Daarom is een goede werfopvolging zo belangrijk. Het gaat immers niet enkel om bescherming op papier maar om hoe die in de praktijk wordt toegepast.’

Op welke manier kan de richtlijn ingang vinden bij lokale besturen? Welke procedures zijn nodig in de interne organisatie om de richtlijn effectief als instrument te gaan gebruiken?

Jan Verheyden: ‘Gent heeft zijn interne richtlijn waarin de Europese richtlijn verwerkt kan worden’

Lotte Vandoorne: ‘Voor lokale besturen zal de richtlijn duidelijkheid brengen. Er zullen gemeenschappelijke antwoorden zijn voor alle gemeenten zodat iedereen de vragen rond boombescherming niet langer apart moet uitzoeken of te rade gaan bij de provincie. Een voordeel is ook dat de richtlijn naar elke gemeente op maat kan worden vertaald, elk bestuur heeft andere noden. Deze richtlijn geeft ook concreet invulling aan de vraag hoe je de intussen goedgekende 3+30+300 regel in de praktijk moet brengen evenals aan het aspect stedelijk groen van de Natuurherstelwet. Dat maakt het allemaal zeer bevattelijk voor een gemeentelijk beleid. In Bonheiden staat de richtlijn alvast op de planning om nog deze bestuursperiode op te nemen als onderdeel van het gemeentelijk bomenbeleid.’

Wim Peeters: ‘Lokale besturen moeten zich ervan bewust zijn dat het om veel meer gaat dan louter boombescherming. Het gaat verder dan een concrete handleiding voor op de werf. Het behoud en de bescherming van oude bomen is cruciaal voor koolstofopslag. Nieuw aangeplante bomen hebben ongeveer 30 jaar nodig om de koolstofuitstoot van hun productie in de kwekerij te compenseren.[1] Nieuwe bomen planten draagt de eerste drie decennia dus bij aan koolstofuitstoot. Je kan oude bomen dus niet zomaar vervangen door nieuwe. Bovendien nemen ecosysteemdiensten exponentieel toe met de grootte van de boom. Het kruinvolume is daarbij belangrijker dan de stamomtrek. Oude bomen leggen ook de link met het verleden, ook dat maatschappelijk en erfgoedaspect verdient bescherming. Door de richtlijn toe te passen in procedures, plukken steden en gemeenten daar op termijn op verschillende vlakken de vruchten van. Ga ermee aan de slag, het zal renderen.’

Na het gesprek wandel ik met Wim Peeters terug naar het station en houden we halt in een aangenaam stadsparkje, grenzend aan de winkelstraat. Het is Paasvakantie en heel wat mensen genieten er van de lentezon. Wim wijst me op de grote variatie aan soorten maar zijn kennersblik valt ook op de ongelukkige standplaats van enkele nieuw aangeplante bomen. Hier was geen tuinarchitect maar een lokale kunstenaar aan het werk, weet hij. ‘Als we niet op de juiste manier in nieuwe bomen kunnen investeren, hoe kunnen we dan oude bomen beschermen?’, vraagt Wim zich af. Hij ziet zaken die we in mensentijd uitgedrukt vaak over het hoofd zien maar die in bomentijd – op de lange termijn – tot problemen zullen leiden. Werk je met bomen in publieke ruimten? Dan is het advies van een bomenspecialist geen overbodige luxe.

 


[1] Aaron C. Petri; Andrew K. Koeser; Sarah T. Lovell; Dewayne Ingram. How Green Are Trees? — Using Life Cycle Assessment Methods to Assess Net Environmental Benefits. Journal of Environmental Horticulture (2016) 34 (4): 101–110.

https://doi.org/10.24266/0738-2898-34.4.101

Gerelateerde artikels